De begrafenis van de waarheid
Ik had een schep gekocht om de waarheid te begraven,
dus liep ik in mijn eentje naar haar laatste rustplaats toe.
Maar hoe ik ook bleef spitten, de aarde ging niet open,
de grond was veel te hard en mijn twee handen werden moe.
Dus sleepte ik de kist met moeite naar de haven,
daar gooide ik de waarheid met een molensteen in zee.
Er kwamen mensen kijken om het zinken te aanschouwen,
maar de waarheid bleef maar drijven, dus we namen haar weer mee.
Toen zochten we naar hout om de waarheid te verbranden,
de menigte werd groter, het vuur werd hoog gestookt.
De vlammen werden heter de hitte onverdraaglijk,
maar toch werd er geen splinter van de waarheid opgerookt.
Gelukkig was er nog een diepe kloof voorhanden,
de halve wereld stond intussen aan de kant
te kijken naar de waarheid en hoe die stuk zou vallen,
maar even later stond ze ongeschonden op de rand.
Toen brak de pleuris uit, het volk begon te muiten,
de sfeer was explosief, het ongenoegen groot.
‘Wie neemt ons in de maling? We worden hier bedrogen!’
Ze schreeuwden: ‘Het is een complot! De waarheid is niet dood!’
Ze openden de kist. De waarheid kwam naar buiten.
Ik keek tevreden toe. Een eindeloze stoet
van ooit zo boze mensen trok zingend door de straten:
‘De waarheid is van ons!’ En zo kwam alles toch nog goed.
Zeg griepje voor een virus, tel stemmen tot je scheel ziet
en weiger vaccinaties of noem het koren kaf.
Ja, lieg uit volle borst en uit vrijuit je mening,
maar wat je ook beweren mag: de waarheid heeft geen graf.